出版社:Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij
摘要:Tabel 1 geeft een beeld van de evolutie van de capaciteit van de vloot sinds 1950. In het begin van de jaren ’50 werd gewerkt met een voortstuwingscapaciteit van 44.000 kW, die in positieve zin ontwikkelde tot 56.000 kW in 1960 om in 1970 een maximum te bereiken van 74.000 kW. Een grote vlootuitdunning gedurende de jaren zeventig zorgde voor een dalende trend van de totale kW, zodat eind 1979 nog slechts met een minimum van 59.000 kW werd gevist. De tonnenmaat was gedurende de jaren 1990 tot 2003 vrij stabiel en schommelde rond 23.000 à 24.000 GT. Sinds 2003 wordt een daling in GT vastgesteld.